Prototype uittesten in mijn praktijk (Februari 2021) Elke sessie vindt plaats tijdens een naschoolse kleuterworkshop in GC Ten Noey. De 4 sessies zijn dus 4 keer hetzelfde groepje kinderen. Sessie 1: Verloop Ik startte deze sessie met het inleiden van het motortje. Ik vertelde de kinderen waarvoor het diende: "Wanneer het motortje aangaat mag je doen wat je maar wil met het materiaal dat ik jullie ga geven, je mag proberen om er zoveel mogelijk mee te doen..." (Ga naar 'analyse' om de uiteindelijke inleiding in totaliteit te raadplegen) Zonder voorbeelden te geven of zelf iets voor te doen gaf ik hun een kartonnen rolletje en zette ik het motortje aan. Ik legde geen regels op. De enige voorwaarde was: "Doe er maar iets mee, alles is goed!". De kinderen begonnen mekaar meteen te imiteren en muziek te maken met hun rolletje door erin te roepen. Hoe langer het motortje aanstond, hoe luider ze werden.(Zie beeldmateriaal 1.) Ze vertelden daarna dat ze zo op school al eens muziek speelden. Bedenkingen Gaan kinderen eerst iets doen wat ze al eerder eens deden (uit veiligheid?), wat ze kennen vanop school of van thuis, vooraleer ze iets nieuws gaan proberen? Wil ik dit imitatiegedrag wel toelaten in de vrijplaats? Of wil ik een voorwaarde inbrengen die imitatiegedrag vermijdt? Hierbij moet ik goed oppassen, misschien is imitatiegedrag wel iets natuurlijk in deze levensfase van de kinderen. Ik vraag me ook af of dit imitatiegedrag het gevolg zou kunnen zijn van de keuze van het materiaal. Ze kennen dit materiaal, ze hebben dat allemaal wel al eens vast gehad en er in het beste geval van alles mee uitgeprobeerd. Wat gebeurd er als ik hun iets compleet onbekends geef? Volgende stap Andere materialen testen: wat met imitatiegedrag dan? Literatuur raadplegen rond imitatiegedrag bij kinderen. Toch al bij een volgende sessie met ander materiaal een spelregel meegeven waardoor ik hun stimuleer om zelf te onderzoeken. Ik wil hun laten durven experimenteren, dat ze eens iets doen wat een ander kind niet doet of dat ze vertrekken van wat een andere kind doet om daar toch weer hun eigen experiment van te maken. Zodat ze iets proberen ontdekken wat een ander kind nog niet ontdekte net door te durven. Sessie 2: Verloop Meteen na de eerste sessie met het rolletje startte ik een tweede sessie waarin ik hun vertelde dat het deze keer echt belangrijk was dat ze zelf iets nieuws moesten ontdekken, dat ze mochten kijken naar wat iemand anders deed en dat ook eens konden proberen, maar van daaruit tot een nieuw idee moesten komen. Ik ging na deze uitleg ook even in dialoog met hun over wat je allemaal met zo'n rolletje zou kunnen doen, zodat ze al wat ideeën kregen van elkaar. Zoals "Jullie hebben er de vorige keer heel veel luide muziek mee kunnen maken, maar zou je er ook mee kunnen dansen? En hoe dan? En wat zou je er nog mee kunnen doen?" Toen kwamen ze al met ideeën zoals 'je kan erop gaan zitten, je kan het op je hoofd leggen, je kan erdoor kijken,..' Toen het motortje startte gingen ze meteen op onderzoek met hun rolletje en kwamen toch op best wel veel nieuwe concepten, zoals plooien, in je nek laten draaien, 2 in elkaar steken,... (zie beeldmateriaal 2.) Het bleef een beetje chaos, sommigen wouden nu telkens wanneer ze iets ontdekten dat ook meteen tonen aan mij, terwijl andere kinderen dan weer rustig verder nadachten. Bedenkingen Uitleggen dat het over een eigen experiment gaat werkt om imitatiegedrag te vermijden, zou dat werken? Waarom wil ik imitatiegedrag vermijden? Volgende stap Nadenken over een voorwaarde die ervoor kan zorgen dat de chaos minder snel zou starten. Dit zou ook te maken kunnen hebben met waar jouw grens als begeleider ligt. Ik voel een situatie misschien minder snel chaotisch aan tegenover een kleuterleerkracht die al 20jaar ervaring heeft? Sessie 3: Verloop In deze sessie ben ik op dezelfde manier te werk gegaan als in sessie 2, maar dan met houtskool. Vooraleer ik de motor aanzette vroeg ik hun of ze nog wisten voor wat het diende. Ze vertelden over wat ze de keer ervoor hadden gedaan met het rolletje en wisten nog heel goed wat ze toen zelf hadden 'uitgevonden'. Het woord 'experiment' wisten ze niet meer. Dus daarover ben ik met hun eerst nog eens een dialoog gestart. Tijdens hun experiment begonnen ze allemaal eerst heel braaf te tekenen. (Zoals in sessie 1) Ook al wisten ze dat ze er iets nieuws mee mochten proberen. Na een tijdje barstte het experiment los en begonnen ze hun tekening uit te wrijven, hun blad eens te draaien, met de platte kant van de houtskool te schuren op het papier, te blazen,...(Dat kwam waarschijnlijk omdat ik hetgeen wat ze deden positief bekrachtigde). Ze kwamen zelfs met het idee om hun tekening onder water te houden. (zie beeldmateriaal 3 & 4) Wanneer er 2 kinderen op elkaars gezicht begonnen te tekenen heb ik het motortje uitgezet. Bedenkingen Ondanks dat ze het woord 'experiment wel begrijpen blijven sommige kinderen vasthouden aan hun 'mooie' tekening waarop iets picturaals te zien is, terwijl andere kinderen meteen het materiaal willen onderzoeken en hun eindresultaat durven loslaten. (zie verschillen in foto's hiernaast.) Vanuit mijn vorige sessie zorgde ik hier voor een aantal voorwaardes die structuur kunnen bieden zoals: "Je mag niet gooien met het materiaal, je moet er voorzichtig mee zijn, ik kom rondkijken om te zien wat jullie ontdekken."... (om te vermijden dat ze de hele tijd om aandacht vragen). En dat werkte. Natuurlijk werken we hier wel met een ander materiaal dan in de vorige sessie. Ik vraag me af of werken met houtskool die picturaliteit misschien meer in de hand werk dan bv. klei. Klei nodigt meer uit tot experimenteren? Volgende stap Welke voorwaarde kan ervoor zorgen dat kinderen niet meteen willen toewerken naar een eindresultaat? Hoe vermijd ik die picturaliteit en laat ik het kind denken 'ik ga onderzoeken' en niet 'ik ga een tekening van mama maken'? Sessie 4: Verloop Tijdens deze sessie liet ik de kinderen met klei experimenteren. Ik gebruikte dezelfde voorwaardes uit sessie 3 om structuur te bewaren. Wanneer de regel 'je mag er niet mee smijten naar elkaar' werd overtreden zette ik het motortje uit. (Zie fragment 5.) Tijdens de sessie kwamen ze vlot met allerlei handelingen die je kan doen met klei. Vervolgens mochten de kinderen 3 spulletjes kiezen uit de rommeldoos. Wanneer het motortje aanging moesten ze nu experimenteren met 3 die spulletjes + hun bol klei. De kinderen die in sessie 2 enorm vasthielden aan hun tekening (aan het eindresultaat) deden dat nu niet. (zie fragment 6.) Misschien omdat een tekening iets is wat meteen vastligt en deze manier van werken, met meerdere materialen, dat minder toelaat? Het fijne aan deze sessie was dat ik niets had uitgewerkt maar dat de kinderen, door het onderzoeken van die verschillende materialen, mij in hun experiment zoveel inspiratie gaven om telkens weer op verder te bouwen. Bedenkingen De workshop waarin deze sessie plaatsvond draaide letterlijk en figuurlijk op een spontane motor: Zonder iets voor te bereiden liet ik mij inspireren op hetgeen wat de kinderen mij en elkaar aanreikten in hun experiment. En daar bouwde ik de workshop telkens op verder. Dit is een nieuwe manier van werken die ik ondervond. Volgende stap Het motortje laten uittesten door andere begeleiders in een andere naschoolse kunstorganisatie Hieronder nog 2 geluidopnames wanneer ik met de kinderen in dialoog ga over wat ze ontdekten (fragment 8) en of ze nog wisten voor wat het motortje dient (fragment 9). |
|
Aan de slag met de motors in de naschoolse context (april 2021)
Covid maakte het onmogelijk om in scholen aan de slag te gaan. Viavia zocht ik een aantal kleuterbegeleiders die in de paasvakantie een kunsteducatief kamp geven aan kleuters. Ik stuurde volgende mail ter uitnodiging om met een motortje aan de slag te gaan:
focusgroep_uitnodiging__naschoolse_context__.docx | |
File Size: | 129 kb |
File Type: | docx |
Ik kreeg veel fijne response maar er heerste toch een bepaalde onzekerheid of het hun wel zou lukken om kleuters tot die experimenteerfase te laten komen. Daarnaast kreeg ik ook 1 antwoord waar ik even van schrok:
"Ik denk dat kleuters aan zoiets niet veel behoefte hebben, een kleuter moet je gewoon vrij laten exploreren en experimenteren zonder tijdslimiet. en ja een kleuter zal na apen, maar ook niet iedereen. Dat is gewoon iets heel abstracts voor hen om dingen uit te leggen en daarna ze dan zelf iets ‘anders’ te laten doen dan het vorige.. dat krijg je echt niet uitgelegd aan een groepje 3/4 jarigen. Zo zit een kleuter nu eenmaal in elkaar."
Ik wil hier graag meteen verwijzen naar wat Jay Cross zegt over informatief leren bij kleuters:
"Ze zullen vaak spontaan kijken naar een ander die iets kan dat zij nog niet kunnen. De leerkracht kan dit stimuleren door uitwisselingsmomenten te plannen. Daar waar de leerkracht een rotsvast geloof uitstraalt in de leer-kracht van alle kinderen, kan de klas collectief de identiteit van goeie leerders oppikken. Hun community of practice is dan die van de straffe leerklas. Zo’n klas moddert niet maar wat aan. De omgeving is er rijk. Er zijn interessante en open momenten om met elkaar te communiceren en te delen. Het is een groep kleuters onder elkaar en een leraar die die omgeving creëert en met hen in interactie treedt."
(Bron: Cross, J. 2007. Informal learning. Pfeiffer.)
Na een aantal heen en weer mailtjes heb ik voorgesteld om zelf het motortje te komen uittesten in co-creatie tijdens hun kamp. Ik denk dat het veiliger aanvoelt voor hun wanneer ik de motors kom introduceren en ze me aan het werk kunnen zien daarmee. Zoals ik eerder al zei wil ik absoluut geen bijwijzen op tafel leggen over dat mijn manier van werken de beste is. Ik wil prikkelen, inspireren en uitnodigen om mee te bewegen binnen een vrijplaats, en daarin de eigenheid van de begeleider respecteren. Maar misschien is het wel interessant om van de begeleiders even observators te maken en ze kritisch te laten kijken hoe ik ermee aan de slag ga om vervolgens samen met mij verder na te denken over de mogelijkheden en valkuilen.
De 5 begeleiders die deelnamen werken voor de kunsteducatieve organisatie Coccolarte, waar ik zelf een aantal jaren geleden als beginnend kunsteducator gewerkt heb.
Beeldmateriaal met verloop en feedback van de begeleiders (focusgroep) hieronder:
"Ik denk dat kleuters aan zoiets niet veel behoefte hebben, een kleuter moet je gewoon vrij laten exploreren en experimenteren zonder tijdslimiet. en ja een kleuter zal na apen, maar ook niet iedereen. Dat is gewoon iets heel abstracts voor hen om dingen uit te leggen en daarna ze dan zelf iets ‘anders’ te laten doen dan het vorige.. dat krijg je echt niet uitgelegd aan een groepje 3/4 jarigen. Zo zit een kleuter nu eenmaal in elkaar."
Ik wil hier graag meteen verwijzen naar wat Jay Cross zegt over informatief leren bij kleuters:
"Ze zullen vaak spontaan kijken naar een ander die iets kan dat zij nog niet kunnen. De leerkracht kan dit stimuleren door uitwisselingsmomenten te plannen. Daar waar de leerkracht een rotsvast geloof uitstraalt in de leer-kracht van alle kinderen, kan de klas collectief de identiteit van goeie leerders oppikken. Hun community of practice is dan die van de straffe leerklas. Zo’n klas moddert niet maar wat aan. De omgeving is er rijk. Er zijn interessante en open momenten om met elkaar te communiceren en te delen. Het is een groep kleuters onder elkaar en een leraar die die omgeving creëert en met hen in interactie treedt."
(Bron: Cross, J. 2007. Informal learning. Pfeiffer.)
Na een aantal heen en weer mailtjes heb ik voorgesteld om zelf het motortje te komen uittesten in co-creatie tijdens hun kamp. Ik denk dat het veiliger aanvoelt voor hun wanneer ik de motors kom introduceren en ze me aan het werk kunnen zien daarmee. Zoals ik eerder al zei wil ik absoluut geen bijwijzen op tafel leggen over dat mijn manier van werken de beste is. Ik wil prikkelen, inspireren en uitnodigen om mee te bewegen binnen een vrijplaats, en daarin de eigenheid van de begeleider respecteren. Maar misschien is het wel interessant om van de begeleiders even observators te maken en ze kritisch te laten kijken hoe ik ermee aan de slag ga om vervolgens samen met mij verder na te denken over de mogelijkheden en valkuilen.
De 5 begeleiders die deelnamen werken voor de kunsteducatieve organisatie Coccolarte, waar ik zelf een aantal jaren geleden als beginnend kunsteducator gewerkt heb.
Beeldmateriaal met verloop en feedback van de begeleiders (focusgroep) hieronder:
|
Soufiane
Verloop Soufiane was met zijn groep 5/6 jarigen aan het werken rond sjablonen. Ze moesten uit karton een eigen tekening knippen en die wouden ze overschilderen op een t-shirt. We hebben het motortje ingezet wanneer de kinderen klaar waren met hun sjabloon uit te knippen. Eerst gaf ik de inleiding aan de kinderen over de functie van de spontane motor. Wanneer de motor aanging mochten ze in de omgeving zoeken naar waar ze hun sjabloon allemaal konden opleggen, voorhangen, tegenhouden en wat je er op die manier dan door kon zien. De kinderen gebruikten meteen heel de ruimte, legden het op tafellakens met verschillende patronen, de vloer waar tapelijnen op kleefden, de wereldbol, het raam, elkaars kleren, elkaars haar,... Ze bleven geboeid zoeken en vertoonden amper imitatiegedrag. Achteraf konden ze elk een 3-tal voorbeelden geven van hun beste vondsten. De inspiratie de ze opdeden in hun zoektocht/experiment/spel gebruikten ze achteraf, in het beschilderen van de t-shirts met hun sjablonen bij Soufiane, door bv. de kleuren van de wereldbol te kiezen, het patroontje van een tafellaken te gebruiken,... Feedback Soufiane ziet de motor als een meerwaarde en als iets vernieuwends, een zandloper zou volgens hem niet gewerkt hebben omdat dat minder stimulerend is. Volgens hem komt die stimulans van de motor ook door mijn goeie introductie aan de kinderen waarin ik o.a. vertel dat ik een uitvinding heb gemaakt die als functie heeft om anderen ook iets uit te laten vinden. Soufine geeft aan dat deze manier van het motortje aan de kinderen te introduceren belangrijk is om ook zo eerst aan de begeleider uit te leggen. Dat maakt het volgens hem toegankelijker en haalt de drempel die hij ook eerst had weg. Met deze drempel bedoelt hij 'ik ben bang dat de kinderen het concept niet gaan begrijpen.' De kinderen vroegen aan Soufiane of ze het motortje nog eens mochten gebruiken, dus hij gaat er verder mee aan de slag! Ondanks zijn onzekerheid om dit met kleuters te doen gaat hij zijn spontane motor toch gebruiken in de tweede week van de paasvakantie wanneer hij met kleuters aan het werk gaat. "Ik vond het supermooi om te zien hoe de kinderen in de hele ruimte op onderzoek gingen, ze kunnen echt wel meer dan we soms denken als begeleider. Meestal zijn ze enorm snel klaar met hun werkje, maar dankzij het motortje vonden ze iets nieuws om mee aan de slag te gaan, ze gebruikten de inspiratie uit hun experiment met het sjabloon achteraf in hun werkje." Celine Verloop In de workshop van Celine gingen de kinderen aan de slag met papier-maché. We hebben de motortjes gebruikt om eerst te onderzoeken wat je allemaal kan doen met een krant. Regels die we opstelden vooraleer we de motor aanzette waren: Je mag de hele ruimte gebruiken, je mag alles doen met je krant wat je maar kan maar de krant mag niet in duizend snippers verspreidt over het lokaal liggen. Achteraf bleek dat de regel 'je mag de hele ruimte gebruiken' best nog aangevuld werd met 'je laat wel de materialen in de omgeving gerust' omdat sommige kinderen er ontsmettingmiddel op deden of op tafel gingen staan om hun krant over een koord te kunnen gooien. De kinderen kwamen met sterke mogelijkheden in hun spel/experiment: je kan ermee dansen, op springen, iets mee inpakken, scheuren en plooien, het als kledingstuk gebruiken,... Vanuit deze ideeën gaf ik meteen een vervolgsessie met het motortje: 'per twee één krant, iemand laat de krant bewegen (vanuit wat je ontdekte wat je er allemaal mee kan doen), de andere is de krant en beeld uit wat er met de krant gebeurd. Feedback Celine wist eerst helemaal niet hoe ze met dat motortje aan de slag moest gaan, doordat ik het voordeed is haar angst nu weg en kijkt ze naar experimenteren en spel als nieuwe mogelijkheid om EERST te gaan onderzoeken en van daaruit naar een eindopdracht toe te werken. Ook Celine geeft aan dat een goed en duidelijk gesprek op voorhand met de kinderen over de functie van de motor belangrijk is. Ook een duidelijke communicatie over het gebruik ervan voor begeleiders is iets waar ik goed over moet nadenken vindt ze. Ze geeft ook aan dat duidelijke afspraken op voorhand, dus voor wanneer de kinderen aan het experimenteren, belangrijk zijn, maar dat deze afhankelijk zijn van de groep. (Leeftijd en dynamiek) Eline Verloop Eline heeft 5 jaar ervaring als kleuterleerkracht en geeft daarnaast ook workshops. In een kort voorgesprek gaf ze aan dat ze redelijk experimenteel te werk ging. In de workshop die ze gaf wou ze met de kinderen theetassen boetseren als onderdeel van het weekthema waarmee ze bezig waren. Eline wou met de kleuters meteen aan de slag gaan bij het maken van die theetassen...Mmm, Toch niet zo experimenteel dan? Dus leek het me een goed idee om eerst het spontane motortje in te zetten en het materiaal (klei) eerst te gaan onderzoeken, want daarvoor dient het. De kleuters gingen meteen aan de slag met pletten, rollen, kneden, wrijven, scheuren,... maar bleven redelijk braaf experimenteren tegenover de eerdere sessie met klei die ik gaf in mijn praktijk. (Hangt natuurlijk af van de groepsdynamiek). Gelukkig stonden er ook een paar bekers water op de tafel die meer mogelijkheden gaven. Ik moest hun wel wat sturen om diepgang in hun experiment te krijgen, door te verwijzen naar dat water, of door te vragen 'kan je er ook iets mee doen zonder je handen te gebruiken.' Feedback Eline gaf aan dat ze ook wel eens iets technisch wil leren aan haar groep. Met klei zou ze dat gedaan hebben door voor te tonen hoe je bv. bij het maken van die tassen een bol maakt, die dan kan uithollen, een 'worstje' rollen voor het oog, om vervolgens alle kreuken weg te werken door met water glad te strijken. Maar door het experiment op voorhand met het motortje vond Eline dat de kleuters dit zelf al ontdekten: Door het zelf te ontdekken, of door naar elkaar te kijken en dat zelf ook eens te proberen. Het imitatiegedrag dat gebeurde vond Eline op die manier wel een meerwaarde. Ze ziet het idee van het motortje als een goed en laagdrempelige concept om leerkrachten mee te nemen in het experimenteren met kinderen. Hannan Verloop Hannan wou met haar groep dromenvangers maken. Om het knutselgehalte (waar ik de kriebels van krijg..) te vermijden zijn we met de kleuters eerst de spulletjes gaan onderzoeken die Hannan hun wou laten gebruiken bij het maken van die dromenvangers. We deden 2 sessies met de motor: eerst onderzoeken wat je met touw kan doen, daarna wat je met een pluim kan doen. Afspraken hier waren 'je mag de ander geen pijn doen met je stuk touw' of 'je mag het pluimpje niet kapot maken', maar ook 'je mag de hele ruimte gebruiken'. De kinderen van deze groep vertoonden veel imitatiegedrag. Buiten één kleuter, die riep de hele tijd ''Jullie mogen mij niet nadoen!'' Tijdens dit spel/experiment ontdekte Hannan dat er een kind lussen in een koort kon knopen. Dit kind heeft dan ook achteraf, bij het maken van de dromenvanger, dat kunnen leren aan de andere kinderen. Er waren ook veel kindjes die ermee dansten, dus daar is Hannan ook verder mee aan de slag gegaan. Feedback "De mogelijkheden van het motortje liggen in dat de kinderen zelf op ideeën komen die ze niet zouden gehad hebben als je hen gewoon in één opdracht naar een eindresultaat laat werken. Door het materiaal even uit de context te trekken en dat te onderzoeken ontstaat een krachtig creatief moment." Liesje Liesje is de oprichtster van Coccolarte, uit intresse voor het onderzoek is zij mee komen observeren wanneer ik de motortjes uittestte bij Hannan, Soufiane, Celine en Eline. Als feedback schreef ze het volgende: "De grote valkuil van het motortje is volgens mij dat de persoon die ermee moet werken er helemaal anders mee omgaat dan hoe jij dat doet. Dat die het niet belangrijk vindt en het daarom maar half gebruikt. Daarnaast is het volgens mij voor niet al te creatieve mensen heel moeilijk om te ontdekken welk experiment de kinderen zouden kunnen doen met het motortje. Jij kijkt naar een voorwerp en weet meteen aha ja dat kan ik zo introduceren. Neem nu bv. dat sjabloon dat de oudere kleuters maakten... ik kan me voorstellen dat veel juffen/meesters nooooit op het idee zouden komen om dat sjabloon overal in het rond te gaan gebruiken." "Je merkt bij sommige kinderen dat het inderdaad hun proces creatief beïnvloed. Het patroon, de kinderen die dan toch verschillende kleuren/ lijnen gaan gebruiken bij het inkleuren van hun T-shirt, de krant en zo andere manieren ontdekken om de krant te laten bewegen. Het werkt bij de meeste kinderen echt wel! De magie van het motortje vind ik ook top! Hoe je het aanbrengt en die kinderen helemaal meehebt in het verhaal dat alles mag. Heeerlijk! Ik hou ervan dat kinderen na die ene zin al beginnen fantaseren van wauw alles mag..." |