“…Hij pakte zijn kleurpotloden en begon te tekenen. Maar de juf zei: ‘Wacht even! Nog niet beginnen!’ En ze wachtte totdat iedereen klaar was. ‘Nu’ zei de juf ‘Gaan we bloemen tekenen.’ ‘Fijn’ dacht het jongetje. Hij tekende graag bloemen, en begon prachtige bloemen te tekenen met zijn roze, oranje en blauwe kleurpotloden. Maar de juf zei: ‘Wacht! Ik zal jullie laten zien hoe het moet.’ En ze tekende een bloem op het bord. Een rode bloem met een groene steel. ‘Zo’, zei ze ‘nu mogen jullie beginnen’….” (Helen E. Buckley, 2004) |
Hallo! Welkom op mijn onderzoeklogboek! Ik ben Karen Vander Elst en op deze website neem ik je mee op mijn reis. Je leest wie ik ben, waar ik voor sta en hoe dit onderzoek vanuit een aantrekkingskracht voor een spontane open ruimte groeide naar een inspirerende motor waarmee ik anderen in beweging wil zetten.
Spontaniteit als pijler in mijn traject als beeldend kunstenaar en workshopbegeleidster
Sinds heel jonge leeftijd ben ik dagelijks beeldend aan de slag. Wanneer ik daarmee bezig ben, geniet ik van de vrijplaats die ik mezelf gun. Ik zou die vrijplaats het liefst willen omschrijven als een veilige plek waarbinnen ik mijn buikgevoel volg in mijn artistieke bezigheden. Ik voel me steeds opnieuw aangetrokken tot deze vrijplaats, niet zozeer omwille van haar fysieke eigenschappen, maar eerder omwille van haar mentaal karakter. In dit veilige klimaat kan ik mezelf zijn en weet ik dat er niets van mij verwacht wordt. Ik verwacht ook niets van mezelf. Alles is juist, alles is waardevol, elke creatie heeft zijn bestaansrecht. Ik geraak in een flow die me helemaal opslorpt in een proces van zoeken en experimenteren. Het resultaat, dat in een prestatiegerichte maatschappij vaak verwacht wordt, verdwijnt dan. Dit proces naar een mogelijke schilderij ervaar ik als de meest waardevolle en inspirerende stap in het voltooien van een werk. Alleen al het binnentreden van deze vrijplaats, waarbij ik nog helemaal geen idee heb van wat er uit mijn schildershand en hoofd zal voortvloeien, geeft mij energie om een spontaan avontuur te starten. In mijn vrijplaats ervaar ik de kleine voorstudies als de meest spannende momenten. Dat kunnen kleurenmengsels op een tafel of een afgescheurd stukje kladpapier zijn, dat kunnen de eerste vlakken en lijnen op het canvas zijn die nog tot ik-weet-niet-wat kunnen leiden.
Een aantal jaren geleden rolde ik als vrijwilliger in een paar organisaties die werken met kinderen. Ik heb nooit een opleiding als kleuterleidster of kleuterleerkracht gevolgd en heb de ‘juiste’ manier van werken niet meegekregen wanneer je met kinderen kunstzinnig aan de slag gaat. Het enige houvast waarop ik kan terugblikken zijn eigen ervaringen, waarbij ik als kunstenaar zelf nood had aan het kunnen creëren en experimenteren in een open ruimte. Wanneer ik met kinderen begin te werken, zet ik deze eigenschap van mezelf steeds ten volle in. Ze biedt me veiligheid en houvast. Meer nog, deze manier van werken in het atelier biedt me een waardevol en krachtig gevoel omdat het speelsheid, avontuur, trial-and-error, ontdekken, plezier en exploreren in de hand werkt. Alles kan, alles mag, niks is fout. Kortom, het licht staat steeds op groen. Tijdens deze sessies heb ik kinderen zien genieten om zo aan de slag te gaan. Ik heb ze zien groeien als kleine kunstenaars. Prachtig om te zien hoe een kind na zo’n workshop vol verhalen en enthousiasme aan z’n ouders gaat vertellen wat het gemaakt en ontdekt heeft aan de hand van een werkje dat lijkt alsof het drie maal in de vaatwasser is gestoken. Voor mij overstijgen dergelijke opgaves de ‘inkleurplaatjes’ omdat kinderen plezier vinden om binnen een thema of opdracht zelf op ontdekkingstocht te mogen gaan i.p.v. af te wachten tot de meester of juf uitlegt hoe het moet. Dit opnieuw ontdekken van mogelijkheden, maakt hen verwonderd en laat hen de werkelijkheid intens beleven. Deze beleving maakt hen tot spontane scheppers. (Hans Schmidt, 2017)
Zowel binnen mijn kunstenaarschap als in mijn begeleiding liggen mijn troeven niet zozeer op het resultaatgericht werken of het concreet aanleren hoe hun kunstwerkje moet gemaakt worden. Ik zet het liefst in op mijn spontane motor, waarmee ik de kinderen (en mezelf) warm maak om samen een kunstzinnige reis af te leggen.
Een aantal jaren geleden rolde ik als vrijwilliger in een paar organisaties die werken met kinderen. Ik heb nooit een opleiding als kleuterleidster of kleuterleerkracht gevolgd en heb de ‘juiste’ manier van werken niet meegekregen wanneer je met kinderen kunstzinnig aan de slag gaat. Het enige houvast waarop ik kan terugblikken zijn eigen ervaringen, waarbij ik als kunstenaar zelf nood had aan het kunnen creëren en experimenteren in een open ruimte. Wanneer ik met kinderen begin te werken, zet ik deze eigenschap van mezelf steeds ten volle in. Ze biedt me veiligheid en houvast. Meer nog, deze manier van werken in het atelier biedt me een waardevol en krachtig gevoel omdat het speelsheid, avontuur, trial-and-error, ontdekken, plezier en exploreren in de hand werkt. Alles kan, alles mag, niks is fout. Kortom, het licht staat steeds op groen. Tijdens deze sessies heb ik kinderen zien genieten om zo aan de slag te gaan. Ik heb ze zien groeien als kleine kunstenaars. Prachtig om te zien hoe een kind na zo’n workshop vol verhalen en enthousiasme aan z’n ouders gaat vertellen wat het gemaakt en ontdekt heeft aan de hand van een werkje dat lijkt alsof het drie maal in de vaatwasser is gestoken. Voor mij overstijgen dergelijke opgaves de ‘inkleurplaatjes’ omdat kinderen plezier vinden om binnen een thema of opdracht zelf op ontdekkingstocht te mogen gaan i.p.v. af te wachten tot de meester of juf uitlegt hoe het moet. Dit opnieuw ontdekken van mogelijkheden, maakt hen verwonderd en laat hen de werkelijkheid intens beleven. Deze beleving maakt hen tot spontane scheppers. (Hans Schmidt, 2017)
Zowel binnen mijn kunstenaarschap als in mijn begeleiding liggen mijn troeven niet zozeer op het resultaatgericht werken of het concreet aanleren hoe hun kunstwerkje moet gemaakt worden. Ik zet het liefst in op mijn spontane motor, waarmee ik de kinderen (en mezelf) warm maak om samen een kunstzinnige reis af te leggen.
Spontaniteit als drijfveer
Herinner je je nog dat je als kind plotseling danste in een winkel toen je een leuk ritmisch liedje hoorde? Of dat je als een echte installatiekunstenaar aan de slag ging met de spulletjes die je oudere broer of zus vergat op te ruimen? Of dat je kon huppelen doorheen de straten en bij iedereen een grote glimlach op z'n gezicht toverde? Met plezier denken we terug aan dergelijke spontane uitingen.
Deze herinnering doen me reflecteren, waarbij ik me de vraag stel hoe het komt dat het onderwijs niet meer inzet op een open ruimte, een vrijplaats. Waarom slaat ons onderwijssysteem vooral de weg in van resultaten en een te volgen structuur? Waarom zet ons onderwijssysteem zo sterk in op de docerende stijl van leerkrachten: hiermee bedoel ik dat de leerkracht de stof vooral uitlegt of demonstreert en het kind deze informatie moet absorberen? Zijn er geen pedagogen, onderwijstypes en onderzoeken die aantonen dat naast deze lesgeefstijl een (kleuter)leerkracht ook een meer kind-zijnde leerstijl mag ambiëren die vertrekt vanuit de verlangens van het kind en waarbij de leerkracht meer experimenteerruimte biedt? Kan het kind vanuit zijn spontaniteit zelf met eigen leertaken, uitdagingen voor de dag komen? Kan het obstakels zelf overwinnen? Kent het ook die ‘aha-momenten’? Of is deze aanpak eerder een gevoel waar ik zo versmolten mee ben? Is deze begeleidersstijl te uniek (en innoverend) en daardoor moeilijker toegankelijk voor andere begeleiders en leerkrachten om ze te hanteren?
Deze herinnering doen me reflecteren, waarbij ik me de vraag stel hoe het komt dat het onderwijs niet meer inzet op een open ruimte, een vrijplaats. Waarom slaat ons onderwijssysteem vooral de weg in van resultaten en een te volgen structuur? Waarom zet ons onderwijssysteem zo sterk in op de docerende stijl van leerkrachten: hiermee bedoel ik dat de leerkracht de stof vooral uitlegt of demonstreert en het kind deze informatie moet absorberen? Zijn er geen pedagogen, onderwijstypes en onderzoeken die aantonen dat naast deze lesgeefstijl een (kleuter)leerkracht ook een meer kind-zijnde leerstijl mag ambiëren die vertrekt vanuit de verlangens van het kind en waarbij de leerkracht meer experimenteerruimte biedt? Kan het kind vanuit zijn spontaniteit zelf met eigen leertaken, uitdagingen voor de dag komen? Kan het obstakels zelf overwinnen? Kent het ook die ‘aha-momenten’? Of is deze aanpak eerder een gevoel waar ik zo versmolten mee ben? Is deze begeleidersstijl te uniek (en innoverend) en daardoor moeilijker toegankelijk voor andere begeleiders en leerkrachten om ze te hanteren?
Het moment van het kind!
Uit eigen ervaringen binnen het kleuteronderwijs en door fantastische samenwerkingen met kunsteducatieve organisaties zoals Coccolarte, Rasa en Kamo, die mij steunden in mijn begeleiderstijl, ben ik ervan overtuigd geraakt dat wij als leerkracht en kunsteducator bewust ruimte kunnen creëren voor wat kinderen ons onverwachts, spontaan, en vanuit eigen impulsen en intuïtie aanreiken. Zo creëren we een open ruimte creëren waarin kinderen hun eigen verhaal mogen vertellen, hun eigen obstakels tegenkomen en hun eigen uitdagingen vorm geven. Zij kunnen ook de begeleider en/of kunstenaar inspireren. In de sport spreken ze van: “De trainer maakt de atleet, de atleet maakt de trainer.” Deze aanpak garandeert een plaats waar het kind meer kan experimenteren. De klemtoon ligt op het proces van maken en van de spontane scheppingsdaad. Ook in de literatuur vind ik steun voor deze didactiek. Binnen onze “alles voor de winst – maatschappij” (Marta Nussbaum, 2010) pleit ik ervoor om meer waarde te hechten aan de pure spontaniteit van een kind. Dit noem ik 'het moment van het kind'.
Maar hoe herken je dat magische ‘moment van het kind’? Welke voorwaarden (kernideeën, drijfveren, pijlers) heeft een kind (4-8j) nodig om tot dat moment te komen? Deze vragen leiden me tot mijn onderzoeksvraag: welke voorwaarden kan je als kleuterbegeleider voorop stellen wanneer je een muzische les/workshop wil laten draaien op een spontane motor?
Maar hoe herken je dat magische ‘moment van het kind’? Welke voorwaarden (kernideeën, drijfveren, pijlers) heeft een kind (4-8j) nodig om tot dat moment te komen? Deze vragen leiden me tot mijn onderzoeksvraag: welke voorwaarden kan je als kleuterbegeleider voorop stellen wanneer je een muzische les/workshop wil laten draaien op een spontane motor?
Voorwaarden tot spontaniteit
Doorheen dit onderzoek verwacht ik vanuit practice-led research, en door middel van design thinking, een aantal voorwaarden uit te schrijven die vertrekken vanuit mijn praktijk als kunsteducator en die belangrijk zijn voor een kind (4-8j). Het doel is om vanuit een open ruimte plaats te maken voor experiment en spontaniteit. De doelstellingen zouden laagdrempelig gemaakt worden en haalbaar moeten zijn voor een leerkracht of begeleider die een muzische (kunstzinnige) les geeft. Om deze laagdrempeligheid te behalen werk ik toe naar het creëren van een product die deze voorwaarden uitlokt, namelijk 'de spontane motors'.
In dit onderzoek wil ik vooral een eigen manier van werken, die ik al jarenlang onbewust hanteer, analyseren. Vanuit deze lesvisie voor het kind wil ik andere kleuterbegeleiders en leerkrachten inspireren en helpen om ook eens op deze manier aan de slag te gaan. Ik wil absoluut geen bewijzen op tafel leggen hoe je exploratief te werk moet gaan met kleuters en niemand verplichten om deze ‘code’ te hanteren binnen een muzische les of workshop. Ik wil het eerder als een goodpractice aanbieden die voor mij al jaren werkt en waarmee ik anderen in beweging kan zetten.
Mijn gehele onderzoeksproces staat gecategoriseerd en uitgeschreven in de verschillende pagina's van deze site. Andere belangrijke onderdelen van mijn logboek, zoals het begeleidingsverslag, zijn ook steeds op die manier makkelijk terug te vinden. Via deze weg neem ik je graag verder in mijn onderzoek.
Veel ontdekkingsplezier!
In dit onderzoek wil ik vooral een eigen manier van werken, die ik al jarenlang onbewust hanteer, analyseren. Vanuit deze lesvisie voor het kind wil ik andere kleuterbegeleiders en leerkrachten inspireren en helpen om ook eens op deze manier aan de slag te gaan. Ik wil absoluut geen bewijzen op tafel leggen hoe je exploratief te werk moet gaan met kleuters en niemand verplichten om deze ‘code’ te hanteren binnen een muzische les of workshop. Ik wil het eerder als een goodpractice aanbieden die voor mij al jaren werkt en waarmee ik anderen in beweging kan zetten.
Mijn gehele onderzoeksproces staat gecategoriseerd en uitgeschreven in de verschillende pagina's van deze site. Andere belangrijke onderdelen van mijn logboek, zoals het begeleidingsverslag, zijn ook steeds op die manier makkelijk terug te vinden. Via deze weg neem ik je graag verder in mijn onderzoek.
Veel ontdekkingsplezier!
Afbeeldingen:
- Foto bovenaan: Le théâtre de nuit, Perpetuum Mobile (création 2005) http://letheatredenuit.org/ (Ik koos deze vanwege associatie naar 'inner child' en 'welkom in mijn onderzoek')
- Foto's in tekst: Alain Laboile. https://laboile.com/ (Ik koos deze omdat ze bij mij spontaniteit opwekken.)
Boeken:
- Nussbaum, M. (2011). Niet voor de winst: Waarom de democratie de geesteswetenschappen nodig heeft. Ambo| Anthos.
Internetbronnen:
- E. Buckley, Helen. Het jongetje, 2004. Geraadpleegd op 1 november 2021 via https://www.achterdewolkencoaching.com/post/het-jongetje-helen-buckley
- Schmidt, Hans, Kunsteducatie: wat is het? wat zou het kunnen zijn?, 2017. Geraadpleegd op 1 november 2021 via https://www.skolo.org/nl/2017/08/26/kunsteducatie-wat-is-het-wat-zou-het-kunnen-zijn/
- Foto bovenaan: Le théâtre de nuit, Perpetuum Mobile (création 2005) http://letheatredenuit.org/ (Ik koos deze vanwege associatie naar 'inner child' en 'welkom in mijn onderzoek')
- Foto's in tekst: Alain Laboile. https://laboile.com/ (Ik koos deze omdat ze bij mij spontaniteit opwekken.)
Boeken:
- Nussbaum, M. (2011). Niet voor de winst: Waarom de democratie de geesteswetenschappen nodig heeft. Ambo| Anthos.
Internetbronnen:
- E. Buckley, Helen. Het jongetje, 2004. Geraadpleegd op 1 november 2021 via https://www.achterdewolkencoaching.com/post/het-jongetje-helen-buckley
- Schmidt, Hans, Kunsteducatie: wat is het? wat zou het kunnen zijn?, 2017. Geraadpleegd op 1 november 2021 via https://www.skolo.org/nl/2017/08/26/kunsteducatie-wat-is-het-wat-zou-het-kunnen-zijn/